Handige tips voor het gebruik van je vaatwasser
Voordat je de vaatwasser gebruikt
Installatie:
Zorg dat de vaatwasser correct geïnstalleerd is (zie de bijgeleverde installatievoorschriften).
Afstellingen:
Afstelling waterhardheid:
Stel de waterhardheid in naargelang de waterhardheid in je woonplaats. Neem indien nodig contact op met de watermaatschappij.
Voer direct een cyclus uit nadat je het zout hebt bijgevuld. Zo vermijd je dat er zoutresten op de kuip achterblijven, wat voor gaatjes in de kuip kan zorgen door elektrolyse.
Afstelling spoelmiddel:
Als de waterhardheid in je woonplaats hoger is dan 21dH en je maakt gebruik van detergenttabletten en het droogresultaat voldoet niet, raden wij aan om apart spoelmiddel te gebruiken om een beter droogresultaat te bekomen. Stel het spoelmiddel in op stand 2.
Oorzaken van slechte afwasresultaten
Andere problemen
Je kan de vaatwasser niet activeren:
Zorg dat de stekker in het stopcontact zit. Controleer de huiszekeringen.
Het programma start niet:
Sluit de deur van de vaatwasser. Is het startuitstel ingesteld? De vaatwasser is bezig met de regeneratie van de ontharder, dat duurt ongeveer vijf minuten.
Er komt geen water in de vaatwasser, display toont “i10” of ledje“einde” knippert een keer of display toont “open kraan”:
Controleer of de kraan geopend is. Is de waterdruk te laag? Controleer of de filter van de toevoerdarm niet verstopt is en dat er geen knikken in de toevoerdarm zitten.
De vaatwasser pompt het water niet weg, display toont “i20”of ledje “einde” knippert twee keer of het display toont “waterpompt niet weg”:
Controleer of de afvoerinstallatie of het filtersysteem van de vaatwasser niet verstopt is. Controleer ook of de afvoerdarm van de vaatwasser niet geknikt is.
Display toont “i30” of ledje “einde” knippert drie keer of display toont “overstromingsbeveiliging ingeschakeld”:
Contacteer de klantenservice.
De resttijd in de display wordt tijdens het programma verlengd of verkort:
Dit is normaal, de vaatwasser berekent de tijd naargelang de vuiltegraad en de hoeveelheid vaat.
Ratelend of kloppend geluid tijdens de werking:
De vaat is niet juist gerangschikt. Zorg ervoor dat de sproeiarmenvrij kunnen ronddraaien.
Zekeringen of verliesstroomschakelaar schakelt uit:
De stroomsterkte is onvoldoende. Dit is een interne storing, contacteer de klantenservice.